Foto’s Lisa Peute
Vastelaoveszoaterdaag. Venlo stroomt vol prachtig uitgedoste mensen. Tussen de winkelende kooptoeristen en verklede feestgangers een klein kringetje mensen. Iemand pinkt een traan weg. Een Duitse meneer met 6 plastic zakken van ‘Die 2 Bruder von Venlo’ tikt op mijn schouder en vraagt of de Prins hier aankomt. Ik vertel dat we een herdenkingssteen leggen voor mijn opa en dat de prins een eindje verderop komt. Hij kijkt me verschrikt aan en zegt: ‘Es tut mir leit.’ ‘Dat hoeft niet meneer, U bent niet de schuld van die oor….’ wil ik zeggen, maar hij was al weg. Buurman bakker Lamberts bij wie opa zich op zolder verschool, komt aanlopen. Hij hugt mijn tante Toos die hij sinds 1955 niet meer gezien heeft en zegt: ‘Ha knoep van mich.’ Jeugdvriendschap roest niet. Een oude dame met een hoofddoekje komt naar me toe en vraagt waar mijn moeder is. Ik zeg voorzichtig dat ze al een poos geleden overleden is. Ze schrikt er gelukkig niet van. Als ze wegloopt draait ze zich om en zegt: ‘Doe haar toch maar de groetjes van me.’ (Ik zal dat zeker doen)
Na afloop worden we hartelijk ontvangen door de eigenaar en het personeel van cafe Prins Bernhard voor koffie en een biertje. De stralende serveerster is gekleed in Oostenrijkse outfit. Prins Bernhard is de oude overbuur van mijn opa. Een prachtige horecagelegenheid waar het grootste deel van de gasten Duits zijn. We zitten (Nederlandse en Duitse familieleden) op dezelfde plek van waaruit de Duitsers mijn opa observeerden voorafgaande aan zijn arrestatie. Dat is in alle opzichten prachtig vind ik. Vrede. Eindelijk.
Venlo omarmt zichzelf, inclusief het verleden. Klein en bescheiden, onverstoorbaar zichzelf zijnde midden in de kakofonie van muziek, feest en kleuren. En het mooie is, we praten amper over de oorlog.
We hebben een burgemeester die dit snapt. Niet met zijn hoofd, maar met zijn burgemeestershart. Hij was erbij en toonde zich een warme maar ook kwetsbare burgervader. Hij begreep de waarde van dit kleine steentje op dit maffe tijdstip net zoals hij de massale Boete Gewoene Boetezitting begreep, waar hij voor een uitzinnig hossend Venloos publiek over een uur ‘vasteloavend van Venlo’ zou inluiden.
Voor mij als Venlonaar is dit waarom ik ondanks mijn gemekker ook zo hou van mijn stad. Het vastelaovend barst los, de steenlegging is slechter getimed dan de laatste verzetsdaden van mijn opa, maar alles gedijt eigenlijk prachtig in deze chaos van contrasten.
Op naar de bevrijding. 1 maart. Alaaf! ‘Venlo zo’n stedje, zoë is der maar ein..’



Plaats een reactie