Groeien op andere grond

(6 minuten leestijd en een liedje)

Je hebt verhuizen.
En je hebt emigreren.
Ik lustte er pap van, in dit leven. Van allebei. Maar emigreren is verhuizen met een extra rugzak: vol papieren, vertaalde aktes, bewijsjes van goed gedrag en de complete ZZP-boekhouding (die je acht jaar moet bewaren). Dingen die niemand ooit nog leest, maar die je tóch moet meesjouwen.

Oh ja, en emoties. Die krijg je er gratis bij. Vaak ongevraagd.

Deze nazomer vertrekken we definitief richting Spanje.
Ik deed dat rondje eerder, als dertiger – naïef en droomgretig, met een hoofd vol plannen en een auto vol te veel spullen. Nu als 55-plusser. Goed voorbereid, in stapjes en brokjes, met een online checklist in plaats van een aantekeningenboekje vol impulsen en schetsen van mijn toekomstige droomleven.

De agenda is gevuld met grensoverschrijdende handelingen: dozen, doorhalingen, verzekeringen, uitschrijvingen, afschrijvingen, afscheidsmomenten en deadlines van dingen die ineens dringend zijn. Blijkbaar gaat ouder emigreren samen met het aanleggen van mentale veiligheidsscenario’s.

Afscheid nemen vind ik onzin. Ik verhuis, ik verdwijn niet.
Je ziet elkaar online. Je appt, je belt. Of niet. Zoals het nu ook gaat, eigenlijk.
En iedereen belooft: “Ik kom je opzoeken!” – bij voorkeur tijdens de meivakantie of zomervakantie.
Ik voorzie files op onze zandweg en overvolle logeerkamers.
Met een vriendelijke glimlach antwoord ik die belofte, die zelden verder komt dan een ingeving bij een glas wijn.

Er is nóg iets moois aan verhuizen naar een ander land: je komt ineens dichterbij verre vrienden.
Mensen met wie je ooit een stevig herinneringslijntje deelde – kortstondig of eenmalig, maar diep.
Ze poppen plots op in je tijdlijn, tussen advertenties en kattenvideo’s, en je voelt iets warms.
Een soort verbondenheid die stilletjes is blijven hangen in de warme achterkwab van je geheugen.
Alsof afstand iets oprekt wat je in het dagelijks leven al lang was vergeten.

Aan de andere kant van die 2000 kilometer wachten nieuwe dingen. Nieuwe mensen ook.
Gesprekken die anders verlopen – directer, zonder sociale franje. Misschien omdat we ouder zijn.
Misschien omdat ver van huis de sociale kaders vervagen.
Of misschien omdat ik eindelijk mezelf geworden ben. Zonder de conventies van beleefdheid en netheid.
Alsof er iets mag groeien op een ander soort grond.

En ja, de grond ís anders. En ik ben een wilde tuinier met een licht manische neiging tot zaaien.
Hoe groener, hoe beter.
In Nederland geldt de norm: strakke borders, leibomen en siergrassen, met een designloungehoek op stand-by.
In Spanje word ik blij van elk sprietje dat tussen de droge grond uit piept.
Van elke vlinder die zich laat verleiden mijn hofje te bezoeken.

Laatst liet ik met trots onze groene bostuin zien – vol vogeltjes, hommels en bijen – aan een Nederlandse makelaar (aardige kerel verder), en hij adviseerde om ‘de boel flink terug te snoeien’.
Dan lijkt de tuin groter. En netter.
“Mensen prikken daar niet doorheen,” zei hij. “Ze willen een schone en opgeruimde aanblik.”

Dat is Nederland in een notendop.
Opgeruimd. Afgekant. Schoongekrabd.
Zelfs je binnenwereld moet overzichtelijk zijn.

Dat vind ik benauwend. Die allergie voor rommelig, krom, afwijkend, levend.
Het leven is een stuk aangenamer als ik niet hoef te voldoen aan alle normen van netheid – zowel in mijn achtertuin als in mijn hoofd.
Emigreren is dus ook: loskomen van die oude conventies.

Vertrekken is niet afscheid nemen van het oude.
Het is een duik in het nieuwe.
Een sprong naar iets dat voelt als thuiskomen op onbekende grond.
Een studie(reis) waarbij jij je eigen mentor bent en je eigen bestemming bepaalt.


Waarom vertrekken mensen eigenlijk?

In de jaren ’50 noemden we ze gelukszoekers. Ze gingen naar Canada, Australië of Limburg – afhankelijk van de hoeveelheid lef, geld of katholicisme.
Tegenwoordig heet het ‘emigreren’. Klinkt eleganter. Minder wanhopig ook.
Maar het verlangen is niet wezenlijk veranderd: het gaat om ruimte, perspectief, herademen.

Psychologen noemen dit ‘zelfexpansie’.
De behoefte om jezelf te verbreden – mentaal, emotioneel of geografisch – als het leven even te strak zit. Niet om te ontsnappen (nou ja, soms ook een beetje), maar om iets nieuws aan jezelf toe te voegen.

En afscheid nemen? Dat is inderdaad ingewikkeld.
Niet omdat je anderen achterlaat, maar omdat je afscheid neemt van wie je was.
Je verandert al vóór je vertrekt. Je hebt de knoop doorgehakt, papieren ondertekend, iets losgelaten wat ooit veilig voelde.

Volgens transitiedeskundige Nancy Schlossberg* gaan grote levensveranderingen zoals emigratie gepaard met drie psychologische verschuivingen:

  1. Verlies van structuur – dag vaste routines
  2. Verlies van rol – wie ben je zonder je werk, je context, je oude labels
  3. Verlies van verbondenheid – je bent even niemands buurvrouw, collega of nichtje

Maar daar tegenover staat ruimte.
Letterlijk én figuurlijk.

In het huidige Europa is vertrekken geen breuk meer, maar een verschuiving.
We appen, Zoomen, ademen in meerdere talen. We hebben prima vervoersmiddelen en infrastructuur om binnen 24 uur 2.000 kilometer of meer te overbruggen. We verliezen minder, en verplaatsen ons in lagen.

Dus nee, we trekken de wereld niet in om het geluk te vinden.
We verplaatsen ons – met alles wat we zijn en alles wat we nog niet los konden laten.

En uiteindelijk blijft dit waar:
Je neemt jezelf mee.
Ook als je postcode verandert.


Voor wie nog gaat vertrekken:
Neem niet te veel afscheid.
Zeker niet omdat anderen dat van je vragen.
Zeg gewoon tot ziens – op jouw manier.

Je gaat geen euthanasie plegen.
Je laat niemand achter. Je beweegt vooruit.
En ja, je zult best mensen missen.
En sommige zie je nooit meer terug.

Maar wat je krijgt, is veel.
Als je tenminste niet kijkt naar het nieuwe door je oude Nederlandse bril, waarin alles schoongekrabd, rechtgezet en weggepoetst moet worden.

Doe af en toe een oogje dicht als dingen misgaan of krom zijn.
Omarm de chaos van je nieuwe bestaan.
Doe de goede dingen voor een ander (en jezelf).
En trek eens een dag geen BH aan als je in de tuin werkt. Het helpt.

En geloof me – je hebt verbazingwekkend weinig tijd over voor heimwee.
Zelfs al hoef je geen onkruid meer tussen je tegels weg te krabben.


* Bron: Nancy K. Schlossberg (1981, 2004). Transition Theory – over de psychologische impact van levensveranderingen. Zie ook: “Counseling Adults in Transition: Linking Schlossberg’s Theory with Practice.”


6 reacties op “Groeien op andere grond”

  1. mooi weer Tanja! Ik wens jullie heel veel geluk, vrijheid en rommeligheid!

    liefs Anneke

    Geliked door 1 persoon

  2. Als uitburgeringsdeskundige wens ik je een goede reis naar de nieuwe vrijheid, die, zoals je weet, ook weer nieuwe verplichtingen oproept. Maar daar hebben we het een andere keer wel weer over. 😉

    Geliked door 1 persoon

  3. Hanneke Bakker Avatar
    Hanneke Bakker

    Beste Tanja, ik hoop dat de nieuwe grond zo vruchtbaar is dat onbekende knoppen kunnen ontluiken.

    Met veel plezier lees ik je blogs, dat er nog maar veel mogen volgen!

    liefs van Hanneke (van heeeel lang geleden Blariacumcollege ;))

    Geliked door 1 persoon

    1. HaHanneke, wat leuk om van je te horen! Dank je en veel liefs

      Like

  4. Hoi Tanja, Good luck met het verplaatsen van jezelf naar een kleine 2000 km verderop! Wel veel verklaringen voor deze stap in je blog. Doe gewoon wat je wil doen en kijk hoe lang je het op je nieuwe plek naar je zin hebt…. Liefs Hennie

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie