Op een heuvel buiten Casinos, op een steenworp afstand van ons huis, liggen de resten van El Castellar, een Iberisch dorp uit de vierde eeuw voor Christus. Stenen muren, een toren, een hoofdstraat – niet meer dan brokstukken, en toch herkenbaar. De geschiedenis ligt stoffig aan mijn voeten. Thuis, twee heuvels verderop, duik ik in het verhaal achter deze onopvallende ruïnes.
El Castellar, een vrouwvriendelijk oord
Een heuvel, een muur, een paar stenen waar ooit mensen tegenaan leunden om hun geiten te tellen. Zo oogt El Castellar, de Iberische nederzetting drie kilometer buiten ons dorp, een kilometer van ons huis. Tegenwoordig een archeologisch monument met informatiebord, ooit gewoon een plek waar mensen wakker werden met dezelfde zorgen als wij: waar haal ik vandaag water vandaan, hoe houd ik het vuur gaande, hoeveel brood is er nog, zijn de schapen geteld?¹
Het idee dat dit dorp gebouwd werd in de vierde eeuw vóór Christus schuift ongemerkt dichterbij wanneer je er rondloopt. Want de sporen zijn verrassend herkenbaar. Een hoofdstraat, een poort bij een toren, huizen in een rij. Binnenkamers waar graan werd gemalen, waar kruiken stonden voor olie of wijn². Het zijn dezelfde dagelijkse rituelen die ook ons eigen off-grid bestaan vormen: hoeveel zon krijgen onze zonnepanelen, wat is de stand van onze watervoorraad, wanneer komt er weer regen, waarom hapert Starlink – heeft Elon Musk op de rode knop gedrukt? De technologie is een beetje veranderd, het ritme blijft.
Ritme als cement
De Iberiërs van El Castellar leefden in een wereld die zichzelf ordende met rituelen. Dat geeft een soort cement waar een gemeenschap mee kan bestaan: brood bakken, weven, dieren hoeden, voorraad bijhouden, ruilen, verzamelen, zaaien, oogsten. Het aaneenrijgen van die kleine en grote handelingen maakte dat een dorp overeind bleef.³ Bij ons heet dat nu “zelfvoorzienend leven” en het is hipper dan hip. Zij zouden daar alleen maar schouderophalend bij hebben gekeken: natuurlijk zorg je zelf voor je water en je eten. Wat anders?
Het meest dichtbij dat oude ritme kwam ik in de vriendschap met Blas. Zijn levensstijl was bevroren rond zijn tiende jaar, toen hij een hersenvliesontsteking kreeg. Hij bleef in zekere zin altijd kind, in het lichaam van een oude man die leefde voor het bos en het houtvuur, leerde wat de natuur – en ooit zijn vader – hem leerde. Hij keek naar het leven zoals het zich per minuut ontvouwde.
Ik kon bijvoorbeeld uren schrijven of lezen, voor Blas een onbegrijpelijke tijdsverspilling. Hij dacht waarschijnlijk dat ik spijbelde van het echte werk op de boerderij. En hij lachte me uit, terwijl hij ongeduldig mijn zijn knokkels op het tafelbad trommelde. Want er was altijd werk: fruit rapen, fruit inmaken, groenten poten, het weer voorspellen. Rituelen die het cement van ons bestaan vormden destijds. Veel vrouwen in het nabij liggende dorpje, hadden geen rijbewijs en waren aan hun tot in de puntjes gepoetste huis gekluisterd. De roddels over mijn ”vrije” doen en laten (ik deed wel eens alleen boodschappen in de grote stad en reed af en toe naar een buurdorp om een biertje te drinken) werden al snel vertaald naar de boodschap aan mijn partner: ”Je mag je vrouw best wat meer aan de lijn houden.” Dezelfde mannen, leerde ik later, bleken thuis regelmatig echtgenotes en kinderen te hebben mishandeld. Machismo was geen postercampagne in dat dorp, maar een diep geworteld en generatie overstijgend probleem, dat zwijgend in stand werd gehouden door valse eer, familie-eer en angst voor sociale exclusie.
Dat was vroeger even anders in Spanje. Vrouwen aan het roer. In de musea van Valencia zie je hoe de leiders van de Iberische dorpen vaak als vrouwen zijn afgebeeld: priesteressen, handelaren, of offerdraagsters. Figuren zoals de beroemde Lady of Elche en de Lady of Baza zijn niet zomaar decorstukken, maar iconen van status en ritueel. De Lady of Elche, een kalkstenen buste uit de 4e eeuw v.Chr., draagt een ingewikkelde hoofdtooi, rodetes (radvormige haarkammen), drie amulet-kettingen en oorbellen, en zou dienst gedaan kunnen hebben als urn voor gecremeerd offermateriaal. Deze beelden versterken het beeld van vrouwen die ritueel en bestuurlijk gezag bezaten.
Met de komst van de Romeinen verschoof dit evenwicht. Kaarten, wetten en taxaties werden door (mannelijke) magistraten getrokken en bepaald. De Romeinse cultuur kende nauwelijks een publieke rol voor vrouwen buiten religieuze contexten.
Wat mij misschien nog het meest treft, is dat de Iberische vrouwen zichtbaar macht hadden – in steen, in ritueel, in handel, spiritueel. En dat precies dát met de komst van de Romeinen de kop werd ingedrukt. Het Romeinse recht schoof vrouwen snel en bruut naar de privésfeer en maakte hun positie afhankelijk van de pater familias.⁶ Vrouwen verdwenen uit het publieke beeld, tenzij als priesteres of moeder. Wat overbleef was een patriarchaal model dat eeuwenlang de toon zette: eerst in het christelijke rijk, later in feodaal Spanje, en tenslotte geëxporteerd naar Latijns-Amerika. Dat er vandaag nog altijd zoveel femicides plaatsvinden – juist in landen met een Romeins-katholieke erfenis – is geen historische toevalligheid, maar een echo van een cultuur die ooit besloot dat vrouwen geen leiders meer mochten zijn.7
En Nederland? Heet hangijzer momenteel. Wij, de zogenaamd nuchtere en meer liberale noorderlingen, blijken intussen heel hoog te prijken op de Europese femicide-landenlijst. Het Openbaar Ministerie houdt sinds 2024 officieel bij hoeveel vrouwen slachtoffer worden van huiselijk geweld en femicide. In dat eerste jaar alleen al werden 24 vrouwen vermoord en maar liefst 49 pogingen daartoe geregistreerd.8 Geen Romeinse erfenis, maar de moderne variant: mannen die hun controle verliezen, hun status voelen afbrokkelen en besluiten dat als zij niet meer de baas zijn, niemand het mag zijn. Het mechanisme is oud, de rode vlagen bekend, de verpakking nieuw.
En hier sta ik dan: vrouw op een stoffige heuvel, tussen Iberische stenen, Romeinse echo’s, Nederlandse herinneringen. Blas zou zeggen: “Jij bent de baas. Maar ik zou koffie gaan zetten, vrouw.”
Misschien is dát het echte erfgoed: niet de muren, niet de stenen, maar de spiegel die ons laat zien dat we altijd een beetje Romein én Iberiër tegelijk zijn.
BRONNEN:
¹ Mancomunitat Camp de Túria – Yacimiento íbero El Castellar (locatie, zichtlijnen en BIC-status).
² InfoTúria – Casinos desentierra su pasado íbero (reportage over opgraving, toren, poort en opknapprojecten).
³ Overzicht archeologische studies Edetania – landbouw, waterbeheer, woonpatronen (Museu de Prehistòria de València, Edeta-zalen).
⁴ Museu de Prehistòria de València – Edeta y su territorio (iconografie, rol van vrouwen, territoriale organisatie).
⁵ DOGV / Ayuntamiento de Casinos – aanbestedingsdossiers 2022–2024 (consolidatie, Romeinse integratie, historische context).
6 Susan Treggiari, Roman Marriage: Iusti Coniuges from the Time of Cicero to the Time of Ulpian (Oxford, 1991) – bespreekt patria potestas, het wettelijk gezag van de vader over vrouw en kinderen.
7Europees Instituut voor Gendergelijkheid (EIGE), Femicide in the European Union (2013) & Spaanse overheidscijfers: in Spanje worden jaarlijks ca. 50–70 vrouwen door (ex-)partners vermoord; in Latijns-Amerika ligt dit getal structureel hoger, deels geworteld in machismo en koloniale patriarchale erfenissen.
8 Openbaar Ministerie, Rapportage femicide 2024 – eerste officiële registratie: 24 vrouwen vermoord, 49 pogingen (cijfers huiselijk geweld en femicide).
9Zie onder meer NOS, Femicide krijgt eindelijk naam in Nederland (2024); en Marieke Liem, Femicide Monitor(Universiteit Leiden).
Plaats een reactie