Over hoe identiteit vloeibaar wordt tussen twee culturen

In Nederland was ik een nuchtere koffie- en waterdrinker.
In Spanje ben ik iemand die olijfolie als medicijn gebruikt.
Ergens daartussenin hangt mijn identiteit te marineren.
Het is wonderlijk hoe snel gewoontes zich aanpassen aan de omgeving. In Nederland dronk ik mijn koffie snel, functioneel; ik had cafeïne nodig dacht ik. Hier in Spanje kan een kopje koffie een halve ochtend duren — inclusief een gesprek over het weer van vorige week, het dorpsfeest van volgend jaar en ongevraagde tips over hoe ik mijn landje moet bewerken.
Ik dacht altijd dat ik efficiëntie prettig vond. Maar inmiddels weet ik: efficiëntie is vaak gewoon een vorm van angst. Angst om stil te staan, om niets te doen, om te voelen dat tijd zich uitrekt als een kat in de zon.
De adrenaline-cultuur
Het altijd opgejaagde, ietwat opgedraaide gevoel dat ik in Nederland had, beheerste (ongemerkt) mijn leven. Altijd was er iets dat af moest, iets met een deadline. In Spanje leer ik deadlines los te laten — niet die van mijn (remote) opdrachtgevers natuurlijk; voor hen blijf ik keurig in het bekende ritme lopen. Maar het idee dat alles in het leven een eindpunt of prestatie moet hebben, begint langzaam los te weken.
Soms ging ik in Nederland naar bed met een bal van energie in mijn middenrif, ergens tussen maag en hart. Je zou zeggen: energie is goed, maar energie kan ook een energievreter zijn — zoals een te zwaar apparaat dat blijft draaien terwijl de accu van je zonnepaneel bijna leeg is.
Een deadline van een film of een schrijfproject hing niet luchtig in mijn agenda, maar als een zwaard boven mijn hoofd. Alsof mijn leven (en dat van de omroep of opdrachtgever) ervan afhing, werkte ik tomeloos door, soms nachten lang. Ik dacht dat het erbij hoorde. Al mijn vakgenoten deden het ook, met dezelfde wallen onder de ogen en hetzelfde chronische slaapgebrek. Met koffie als hulpmiddel.
Mijn energie lekte ongemerkt weg, maar door de adrenaline van het creëren leek het in balans. Een beetje alsof je op speed zat, of een ritalin-pil te laat had genomen: het hoofd lijkt helder, maar het lichaam fluistert dat het genoeg is.
Afkicken van snelheid
Hier in Spanje ben ik meer met mijn hoofd én hart bij het leven. Als ik moe ben, neem ik een siësta, zonder schuldgevoel. Of ik ga gewoon vroeg naar bed met een boek, of ik luister naar de nachtelijke geluiden van uilen en wilde zwijnen in het bos.
Mijn lijf en geest moeten na elke periode in Nederland even afkicken van de adrenalinerijke actiestand. Ik ben soms moe van het niksen, maar dat hoort erbij. Rust blijkt niet iets wat je hebt, maar iets wat je moet leren verdragen.
Een van de betere medicijnen die ik hier neem, is een boswandeling. Geen urenlange hike met afritsbroek en high-tech schoenen — dat calvinistische idee dat natuur pas telt als je hem overwint — maar een korte wandeling met regelmatig stilstand. De rotsblok boven op onze berg is geen eindpunt van een prestatie-klim, maar een beginpunt van nieuwe ruimte in mijn drukke kop.
De sociale druk van gezelligheid
Ook sociaal leer ik opnieuw kijken. In Nederland vond ik koken en gasten ontvangen heerlijk, maar het voelde vaak als een prestatie. Weer die druk. De keuken moest schoon, de ingrediënten top-of-the-bill, het menu subtiel en verrassend. Ik noemde het gezelligheid, maar eigenlijk was het presenteren. Manlief koos de wijnen, de gasten prezen het eten, en ik genoot — uitgeput maar voldaan.
Hier in Valencia koken we soms buiten, in een klein stenen huisje met schoorsteen, met een Moorse oven en een paellapan op open vuur. Dat is een ander soort koken. Je verzamelt hout, gebruikt wat er is, en stopt alles in één gerecht. Paella is sociaal: iedereen eet mee, er is geen hiërarchie op het bord. Het smaakt naar samen, niet naar prestatie.
Mijn moeder maakte geweldige soep — oma-soep, noemden de kleinkinderen het. Ze trok bouillon van wat er voorhanden was, op zondag een kalfsknook, en sneed groente. De kleinkinderen waren er dol op. Mijn Indonesische schoonzus zette reusachtige pannen nasi of bami goreng op tafel, bergen saté Manis erbij, en we aten met borden op schoot in rommelige huiskamers. Wie meer wilde, schepte gewoon bij. Niemand keek of je je bord leeg at, en we kletsen lekker door elkaar heen. Want eten was sociaal — geen wedstrijd.
Die warme chaos vind ik hier terug. Andere ingrediënten, hetzelfde principe: eten is een sociaal ding, geen prestige-opdracht.
Marineren
Identiteit, ontdekte ik, is niet iets wat je hebt, maar iets wat zich vormt in context — als smaak in een gerecht. In Nederland was ik iemand die structuur aanbracht in chaos. Een hele klus. Hier leer ik chaos vertrouwen. Waar ik vroeger dacht dat ik ‘mijn leven moest managen’, leer ik nu dat het ook zonder management best goed draait — zolang er maar genoeg zon, stilte en mensen zijn die blijven uitnodigen om te delen.
Misschien is identiteit geen standbeeld, maar een marinade: je neemt de smaak aan van waar je bent, van wie er om je heen staan, en van hoeveel tijd je jezelf gunt om te trekken. En hoe langer je het laat staan — zonder constant roeren, meten en bijsturen — hoe dieper de smaak.
Als ik terugkijk, zie ik dat mijn identiteit altijd al vloeibaar was; in Nederland viel het minder op, omdat we daar collectief in dezelfde marinade stonden. Hier proef ik dat ik zachter word waar het moet, pittiger waar het mag, en dat ik niet elk ingrediënt hoef te controleren om toch goed op smaak te komen.
Noot (over tijd, structuur en “marineren”)
- Incubatie helpt creativiteit. Meta-analyse (117 studies) laat zien dat een pauze of tijd weg van het probleemcreatief oplossen bevordert — vooral bij divergent denken. Tijd is dus een actief ingrediënt. Gwern
- Mind-wandering tijdens eenvoudige taken vergroot creatieve oplossingen (klassieke Psych. Science-studie “Inspired by Distraction”). Niet elke pauze is leegte; het brein blijft mengen en trekken. cmhp.ucsb.edu+1
- Te veel externe controle/structuur kan autonomie en intrinsieke motivatie ondermijnen (Self-Determination Theory), wat juist de kwaliteit van leren en creatief werk schaadt. Balans tussen kaders en autonomie is cruciaal. stial.ie+1
- Tijd boven geld (“time affluence”) hangt samen met meer welzijn; ruimte in je dag werkt door op keuzevrijheid en tevredenheid — een psychologische basis voor langzamer leven. PubMed+2Harvard Business School+2
- Niet alles strak plannen helpt creativiteit, mits er nog betekenisvolle kaders zijn: onderzoek over vrijheid/structuur en creativiteit wijst op een sweet spot (te strak is verstikkend, te los kan verdwaasd maken). RUG Onderzoeksportaal
Plaats een reactie