Altijd Zondag – Immer wieder Sonntags

sonntag elvis

Voor een film over zorgen en leven binnen een psychiatrische instelling, volgde ik afgelopen jaren een bijzondere groep mensen: de bewoners van ‘Gang Geel’, hun familieleden en verzorgers. Samen hebben zij mijn blik op het begrip zorg weer leren terugbrengen tot de kern. Dat hoop ik in de uiteindelijke film te gaan vertellen. Ik ben verschrikkelijk dankbaar dat ik ben toegelaten in de kwetsbare en wondere wereld van Gang Geel.

Als ik op Gang Geel kom besef ik hoe de tijd de wereld weer drie keer om zijn eigen navelstreng heeft geslingerd in de afgelopen maanden. Hier lijkt alles nog hetzelfde. Bijna alles dan. F is dood. Zonder haar kleurrijke en ook vaak luidruchtige aanwezigheid is de gang heel anders. Saai bijna. F was een handvol werk voor velen en soms ook erg bepalend voor de sfeer en gemoedstoestand van haar medebewoners, maar toch mis je haar meteen, zoals het verdwijnen van een kleurige bloem in een tuin die aankondigt dat het elk moment herfst kan worden.

Karin bladert in haar Elvis posterboek en ze laat me platen zien van toen Elvis nog knap was en op haar vader leek. ‘Qua jukbeenderen dan’, buldert ze er achteraan. ‘Heb ik je al verteld over onze reis naar Graceland?’ Ik herinner me elke kilometer van die reis, die misschien nooit heeft plaatsgevonden. Maar wie ben ik om te bepalen dat Karin en haar moeder Ria het niet verdienen om samen voor altijd op reis te zijn naar Graceland? We lachen om een foto van Elvis in een kort, strak Spandexbroekje. Haar moeder onderbreekt ons gepikeerd met de vraag of de twee rozen bij haar vlecht goed zitten, want anders wil ze niet in beeld. Als ik haar zeg dat ik haar rozen prachtig zitten, maar ik haar alleen van voren film, vraagt ze of ik de camera uit wil zetten. Ze hoeft vandaag niet van voren gefilmd, want daar heeft ze geen tijd voor. Zo spontaan als ze me haar kamer binnen sleepte, zo abrupt schopt ze me er tien minuten later weer uit.

Noor sleept me mee naar het rookhol, waar ze elk half uur vier sigaretten achter elkaar rookt. Ze vertelt me dat Carol Emerald zwanger is. En over grote, witte onderbroeken die zo lekker zitten en dat ze nu zelf durfde te douchen. En ze maakte zich zorgen over Rusland en over haar man die nieuwe medicijnen voor zijn hart had gekregen. Terwijl ik nog twijfel of ik Noors warrige monologen opeens klaar en helder versta uit gewenning of omdat ze veel minder warrig praat, zegt ze: ‘Ik ben zo helder in mijn hoofd de laatste tijd, veel rustiger.’ We roken nog een sigaretje samen en ik babbel mijn tranen weg. Noor doet me denken aan mijn moeder – en ook misschien een beetje aan mezelf. Terug op haar kamer draait Noor nieuwe sigaretten. Tja, het is een mooie dagtaak, dat roken.’ Op haar radio klinkt Immer wieder Sonntags van Gerhard Wendland. Noor mompelt de tekst in feilloos Duits mee. Wie ben ik om te bepalen dat het niet altijd zondag is?

Annemarie houdt me staande op de gang in witte flanellen pyjama met beertjes, haar witte dunne haartjes nog recht op haar hoofd. Waarom ik in al die maanden nog steeds geen pop, ouder dan 50 jaar met een porseleinen hoofd en stoffen lichaam en een geel badjasje voor haar heb meegebracht? Ik moet haar weer teleurstellen. ‘Maar je zoekt wel verder hoop ik?’ Ik beloof van wel en voel me een leugenaar. Even later hoor ik haar een verheugde kreet slaken als ze zich herinnert dat ze morgen met Marja op de tandem naar de grote rommelmarkt gaat, waar ze misschien zulk een pop kan vinden. Het is een kruistocht, Annemaries decennia lange zoektocht naar de perfecte pop. Ze vraagt waarom het niet altijd meezit in het leven. Annemarie vraagt lastige dingen altijd. Alweer heb ik geen antwoord. En liegen durf ik niet meer.

Peter is er ook weer. Na een slechte periode kijkt hij weer helder uit zijn lichte ogen en hij nodigt ons uit op zijn kamer. Alhoewel we drie maanden verder zijn, pakt hij de draad weer gewoon op en maken we plannen voor de allerlaatste opnames van de film: de donderdagrepetitie met zijn band. Morgen gaat hij naar een familiefeestje. Het voelt als een wonder dat hij zo normaal lijkt vandaag. Converseren is nog steeds niet zo zijn ding en opgelucht constateren we dat het lunchtijd is in de huiskamer. Ik verheug me op de repetitie. Want met zijn saxofoon kan Peter van alles vertellen wat zijn stem niet meer dragen kan.

Als ik naar buiten loop, is alles anders: Het is zondag, muziek is helend en Graceland ligt gewoon in Rosmalen.

Eén reactie op “Altijd Zondag – Immer wieder Sonntags”

  1. Rinel Van Venrooij Avatar
    Rinel Van Venrooij

    Hier het blog van tanja, Doei!!!! Bis morgen Fietsen, hoera

    Verstuurd vanaf mijn iPad

    Like

Plaats een reactie